dubbeltje

{{dubbeltje}}{{/term}}

1 pièce 〈v.〉de 10 cents

♦voorbeelden:

1   〈figuurlijk〉 je weet nooit hoe een dubbeltje kan rollen • la vie réserve quelquefois des surprises

     〈figuurlijk〉 ieder dubbeltje moeten omdraaien • tirer le diable par le queue

     〈figuurlijk〉 elk dubbeltje (tienmaal) omkeren • 〈spaarzaam〉 regarder à la dépense; 〈gierig〉 être près de ses sous

     zij wil voor een dubbeltje op de eerste rang zitten • elle veut tout avoir pour rien

     zo plat als een dubbeltje • plat comme une galette

     〈figuurlijk〉 het is een dubbeltje op zijn kant • c'est un coup de dés

     〈figuurlijk〉 het was een dubbeltje op zijn kant • il s'en est fallu d'un cheveu

     〈spreekwoord〉 een dubbeltje kan raar rollen • le hasard fait bien les choses

     〈spreekwoord〉 wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje • celui qui est né pour un petit pain n'en aura jamais un gros

Deens-Russisch woordenboek. 2015.